Moeder verkiest vriend boven kind
Mijn cliënt, een jonge vader, heeft met een dame een kind. De relatie is over. Hij wil zijn kind graag erkennen en contact met het kind. De moeder staat dan al onder toezicht van een gezinsvoogd, omdat zij moeite heeft om goed voor haar kind te zorgen. Zij woont in een instelling waar ze begeleid wordt bij het zorgen voor haar baby. De moeder weet dat ze de baby bij haar weghalen en in een pleeggezin plaatsen, als ze niet goed voor haar kind zorgt. Toch laat ze haar baby in de steek en verkiest ze haar vriend boven haar kind. Het kind wordt onder toezicht van een jeugdbeschermer op 1-jarige leeftijd in een pleeggezin geplaatst.

De vader wil dat het kind bij hem komt wonen
De verwekker is de biologische vader, maar daarmee nog niet als vader erkend. De moeder werkt uiteindelijk na maanden en maanden mee om mijn cliënt als vader te erkennen. Zij ziet in dat dit ook in haar voordeel is. Want zij wil liever dat haar kind opgroeit bij haar biologische vader dan in een pleeggezin en zij vergroot haar kans op omgang met het kind in de toekomst. Door de erkenning van de moeder is mijn cliënt nu eindelijk ook juridisch vader.

De jeugdbeschermer en de pleegouders maken de vader gitzwart
Jeugdzorg, de jeugdbeschermer en de pleegouders hebben geen goed woord over voor de vader. Zij beweren in de rechtszaal dat de moeder onder druk is gezet om de vader te erkennen. Ze zeggen dat hij een strafblad heeft, agressief is en niet geschikt is als opvoeder.

Een kind heeft er recht op dat het door één van de ouders wordt opgevoed
Een kind heeft het recht om bij een van de ouders op te groeien. Dat is vastgelegd in het verdrag voor de international rechten van het kind. Als jeugdbeschermer moet je daarom altijd kijken wat de mogelijkheden zijn om een kind weer terug te plaatsen. Daar hadden ze bij deze man helemaal geen zin in. Ik heb Jeugdzorg toen beticht van tunnelvisie. Want er was maar één route: terugplaatsen naar moeder. En de route naar vader was in hun ogen geen optie.

Vader komt als zeer goede opvoeder naar voren na uitgebreid NIFP onderzoek
De rechter geeft opdracht om de Raad van Kinderbescherming te laten onderzoeken of de vader geschikt is als opvoeder. Jeugdzorg moet dat in gang zetten, maar die weigert dat wegens geldgebrek. Daarop stel ik voor dat onderzoek op kosten van de staat te laten doen. Het NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychologie) pakt dat op en vat het onderzoek samen in een rapport van 40 pagina’s. Daar komt uit dat mijn cliënt het als vader heel goed doet. Pedagogisch heel sterk. Blijft rustig, stelt vragen, sluit goed aan bij het kind. Ook op affectief gebied toont vader zich een heel goede opvoeder. Mooier dan dat kun je het niet krijgen.

Jeugdzorg doet net alsof het rapport niet bestaat
In de ogen van de pleegouders en Jeugdzorg kan vader nog steeds geen goed doen. Zij doen net alsof het rapport niet bestaat. De rechter is echter onverbiddelijk: “Er moet serieuzer worden gewerkt aan terugplaatsing naar de vader. De bezoeken moeten worden uitgebreid. Zodat hij kan groeien in zijn rol als vader.”

Vertragen, vertragen, vertragen
De jeugdbeschermer en de pleegouders slaan het oordeel van de rechter in de wind. De bezoeken worden helemaal niet uitgebreid. Sterker nog: ze vinden slechts eens in de 4 weken plaats en er wordt pas heel laat geëvalueerd. Door de zaak moedwillig te vertragen hopen zij te bereiken dat het kind niet meer terug kan naar vader, omdat het al te lang bij de pleegouders woont. Het hele proces sleept zich voort en duurt al jaren. Telkens ga ik terug naar de rechtbank om reeds genomen beslissingen uitgevoerd te krijgen.

De rechter hakt de knoop door: “Het kind gaat terug naar de vader”
Weer een half jaar vertraging! De oude jeugdbeschermer valt uit. Er komt een nieuwe aan boord. Dan blijken de oude jeugdbeschermer en de pleegouders elkaar privé te kennen. De pleegouders geven het kind geen toestemming om contact te hebben met vader. De nieuwe jeugdbeschermer is daar heel kritisch over. Tijdens een nieuwe zitting hakt de rechter de knoop door: “Het kind gaat terug naar vader.” In belang van het kind stelt hij voor om de overgang van de pleegouders naar de vader geleidelijk in 2 maanden te voltooien. Daar gaan de pleegouders niet in mee en dragen het kind van de ene op de andere dag over aan de vader.

Na de uitspraak is de vader dolgelukkig
De aanhouder wint. Mijn cliënt is na een proces van begin 2015 tot het einde van de zomer in 2018 dolgelukkig en tot tranen geroerd met de uitspraak van de rechter. Moeder is ook blij. Want de vader staat overal voor open, zodat zij haar kind weer kan zien. Ook voor het inmiddels 5-jarige kind is het geweldig dat hij de kans krijgt om bij zijn vader op te groeien en haar moeder kan blijven zien. Eindelijk gerechtigheid.